1965 column Bob Scholten (IN DUTCH)

 

Hier het verhaal van Bob Scholten​​ over​​ zijn​​ stageperiode in 1965 op Kythira.​​ Augustus​​ 2019.

Foto’s archief Bob Scholten, tenzij anders vermeld.

Mijn/ons verblijf/relatie met/in Kythera.​​ 

Ons is Anneke mijn vrouw, dochters Kalinka en Stevka en zoon Milan.

Ik gebruik de schrijfwijze Kythera, zoals die gebruikt werd in de beginjaren van de tijd dat ik er kwam.

Momenteel wordt het in Nederland als Kythira geschreven. De [i] wordt niet geprononceerd uitgesproken.

  • De eerste keer

 

De eerste keer was in 1965. M’n praktijkjaar.

Ik werd samen met medestudent Hans de Kinkelder van de HTS Arnhem uitgezonden naar een Grieks eiland tussen de Peloponnesos en Kreta.

Voor de Wereldraad van Kerken werkte er een hulpverleningsteam op het eiland dat sterk achtergebleven was. Er was letterlijk leegloop van de bevolking en op eigen kracht kon het zich niet verbeteren.

Al een paar jaar gingen er 2 of meer studenten van de HTS Arnhem in hun praktijkjaar naar toe. Ik was de eerste bouwkundige man. De anderen waren weg- en waterbouwers (meer techneuten en wij zeiden altijd dat bouwkundigen het meest allrounders waren).​​ Mijn kompaan was dus Hans de Kinkelder.

 

  • De eerste kennismaking.

 

We kwamen begin februari aan. Dhr. Koksma, de leider van het team kwam ons afhalen.

Het was al donker toen de boot in de haven van Kapsali aanmeerde.

We hoefden niet meer met kleine bootjes naar de vaste wal. Eén van de eerste projecten van het team was het doen maken van een aanlegplaats in 1962 (het team kon niet alles zelf uitvoeren, maar was vaak wel een motor of katalysator van activiteiten).

 

  

              ​​ 

Zo was het eind jaren ‘50. Met kleine bootjes naar de kade.   En zo begin jaren ‘60. Een lijnboot kon aanmeren.

Deze haven Kapsali op de zuidpunt van het eiland is altijd belangrijk geweest.

 

In 1944 kwam hier de geallieerde vloot aan, die vanaf Noord-Afrika de Balkan ging binnenvallen (een andere stroom ging via Italië richting noordwesten).

 

 

                   ​​ 

Dit soort landingsvaartuigen zijn nog lang als veerboot gebruikt. Zelfs de nieuwere exemplaren waren nog steeds op dat beproefde model gebouwd.​​ Hier in de haven Agia Pelagia.

 

  • Het teamhuis

 

Wij werden afgezet in het​​ 2e​​ teamhuis in de hoofdstad Chora. Dat is een stadje rond het Venetiaanse kasteel, het Kastro. Het ligt hoog boven de haven van Kapsali.

 

 ​​ 

Behalve “ons” 2e teamhuis was er nog het woonhuis en kantoor van de teamleiding. Daar woonden de heer en mevrouw Koksma. Daar werd bureauwerk gedaan en werd gezamenlijk gegeten. Er was een huishoudster, Dimitra, die ook mee at. Daarom was de regel dat we Grieks moesten praten aan tafel. In het begin lastig, maar wel goed.

 

Er waren weinig huishoudelijke klusjes voor ons. Boodschappen doen bij de kruidenier beneden. Ik herinner me verder het vuil wegbrengen. Dat was simpel genoeg, 30 meter verderop was een deels ingestort oud huis. Vuilnis over de muur en klaar.

 

Ons huis was een simpel oud huis van 2 verdiepingen. Beneden een grote ruimte met een grote waterkelder die regenwater van het dak opving en een slaapkamer voor 2 man. Boven ook weer een grote kamer met de slaapkamer voor Hans en mij.

Een echt ijzeren Grieks bed. De volgende ochtend heb ik meteen een verlengstuk getimmerd, want het was natuurlijk te kort.

 

 ​​ 

 

Het smalle trapje naar boven en dan ons huis

 

 

Links:​​ 

De bovenkamer van links naar rechts Hans, Arseni de man van Dimitra, Dimitra de huishoudster, een Nederlandse vrijwilliger Marinus en ik. Foto is gemaakt door Hans-Peter Jann, een Zwitserse landbouwkundige met een contract voor 2 jaar.

Rechts:

Dit is Dimitra, de huishoudster die bij ons in huis kookte als de familie Koksma op reis was. Een typische keuken zoals er zo veel waren. De plankensteunen zijn ingepakte betonstenen.

 

De volgende ochtend kennismaken bij de familie Koksma. Die woonden in een wat sjieker huis in de hoofdstraat.

 

 

 

 

Linksboven met de blauwe luiken, het is boven de supermarkt (een ‘pandopoleion’, een winkel voor alles). Een paar jaar geleden was die er nog maar had nu een jonge Nederlandse eigenaar!

Schuin er tegenover staat de hoofdkerk.

 

In de kantoorkamer was een tekenwerkplek en voor het maken van afdrukken van tekeningen gingen we naar het platte dak om met zonlicht echte “lichtdrukken” te maken.

 

  • M’n eerste werk.

 

Ik moest wat ontwerpen maken voor een Griek die in Kapsali een terrein had en daar wat huisjes voor vakantiegangers wilde bouwen.

 

 

 

Een aantal jaren later (1986) hebben Anneke, zoon Milan en ik daarin verbleven toen we met een vliegvakantie in Griekenland waren en ook Kythera bezochten.​​ 

 

Hier (2012) zit ik met Vasili Charos, de eigenaar van de ‘Vasili Spitia’ in Kapsali, voor wie ik die huisjes heb ontworpen.

.

En meteen er na een buitenklus.

De familie Koksma ging een paar weken op werkbezoek naar een ander eiland.

Ik werd geplaatst bij een Griekse “mastoras”. Dat is een vakman die alles kan in de bouw. In dit geval was het een klein aannemertje. Met een knecht ging hij een ‘periptero’ bouwen. Dat is een schuilhuisje (voor zon en regen) op de lange kronkelige weg naar beneden van Chora naar Kapsali.

 

page 05

 

Links het witte bouwsel de ‘periptero’ in de lus van de weg.

Rechts een foto van de opening van het bouwwerkje.     ​​ 

 

   

 

Links de situatie een paar jaar geleden (2012).

En rechts een marmeren gedenkplaat van de schenker/opdrachtgever dokter Kasapis.

Hij was van plan om langs de hele route van deze schuilhuisjes te bouwen ter nagedachtenis aan zijn overleden vrouw. Hij was in de Balkanoorlogen aan het begin van de eeuw legerarts geweest.​​ 

 

 

  • Maar niet alleen werken.

 

Na een paar dagen kwamen een paar meisjes bij de Koksma’s vragen of de jongens van het team mee wilden doen met carnaval met de Gaïtanaki. Dat bleek een soort dansen om de meiboom te zijn. Een vlechtwerk met gekleurde linten om een paal. Dat kende ik toevallig (?) uit mijn volksdansverleden in Nederland.

Het zou een optocht zijn door de plaats met op een aantal plaatsen de dans rond de paal.

 

Ik was kennelijk de meest belovende, dus ik mocht met de paal staan (en niet vóór paal).

                      ​​ 

 

De optocht      De dans

De kostuums waren deels echt (voor de meisjes) en deels geïmproviseerd.​​ 

Ik moest de ochtend vroeg naar een huis naast de smid. De twee dochters hadden wat uitgezocht. M’n eigen gympen en m’n rode wollen das. Van een beddenlaken een rokje gevouwen, plus een lange witte onderbroek en een oud vest. Rood petje met kwast en net echt.

 

        ​​ 

Hans en ik met 2 Griekse schonen en​​ rechts​​ 2 modellen.

Het meisje links is kort daarna als bruid naar Australië vertrokken.

 

Ook werden we uitgenodigd door Griekse dienstplichtige militairen om een zondag slap te ouwehoeren.

 

Hier Katouni, bij Livadi, in het midden van het eiland. Een brug uit de Engelse tijd, begin 19e​​ eeuw toen de Ionische eilanden een periode onder Engels bestuur stonden. Die hebben toen het nodige gedaan aan infrastructuur, schooltjes gebouwd en zo.

Op de voorgrond een dorsvloer, ‘aloni’. De plek waar wij in Kriopigi op Kassandra in de zomer wonen was dat vroeger ook.

 

 

 

​​ 

            Via onderstaande link zie je een reportage van de publieke omroep over Kythera.

            Muziekfragmenten en plaatjes en gesprekken met oudere bewoners over vroeger.

            Na afloop een ander filmpje met beelden en muziek van het eiland.

http://www.youtube.com/watch?v=RjQbf140sq8&feature=player_detailpage#t=449s

 

  • Les

 

En de eerste weken kregen we ’s avonds les. Schrijven en lezen. En spreken.

Nog steeds wordt gezegd dat ik een enorme woordenschat heb en zo’n nette uitspraak.

Dat komt natuurlijk door de basis van die avonden en het veelvuldig omgaan en converseren met Grieken.

Klemtonen b.v. zijn hier zeer belangrijk. En woorden worden dan ook met een accent geschreven.

Ik word b.v. O psilòs genoemd (de lange). Maar zeg je O psìlos dan is het de luis. Pas dus op je uitspraak!

 

Of we gingen zwemmen in Kapsali.​​ 

Rechts​​ achter de grote rots op het strand, is​​ het huis met 2 verdiepingen en de boog,​​ de inspiratie geweest voor het ontwerp van ons huis in Kriopigi op Kassandra.

 

Op zondagen gingen we altijd naar de markt in Potamos. Dat was ook de wekelijkse ontmoetingsplek. De bank was open, zodat ouderen de door hun kinderen uit Australië of Amerika toegezonden checks konden verzilveren.

  ​​ ​​​​   ​​​​  

De markt toen en nu. De herinneringen aan de lekkerste souvlaki’s uit Potamos kan ik hier tegenwoordig in Kriopigi op Kassandra nog op de dinsdagmarkt ophalen.​​ 

 

  • Andere werkzaamheden

 

Misschien omdat ik bouwkunde deed, werd er gedacht dat ik wel artistiek was.

In het team waren 2 machines met een Griekse machinist voor het zware werk bij de wegenaanleg. Een bulldozer en een compressor om rotsen te​​ breken. Die waren geschonken door​​ een​​ buitenlandse instelling,​​ “Brot für die Welt”.

 

 

Koksma vroeg of ik met grote letters “Wereldraad van Kerken” (in het Grieks) op de machines wilde schilderen. Er waren achterdochtige Grieken die dachten dat Koksma de geringe vergoeding voor het werken met de machines, voor een weggetje om bij iemands velden te kunnen komen, in z’n eigen zak stak.​​ 

De wegen waren toen nog grotendeels ezelpaden op wat doorgaande asfaltwegen en aarden wegen na. Nu worden de oude ezelpaden, monopatia, weer opgeknapt voor toeristische wandelvakanties!

De compressor was enkele jaren geleden nog vindbaar in de buurt van Potamos. Mijn tekst onleesbaar geworden (foto Ina Bingen).

 

Groter was de​​ opmetingsklus in de vlakte van Amoutses, zuidoostelijk van Potamos.

Hans en ik hebben dagenlang (veel in de regen) opmetingen gedaan voor een vliegveld dat er zou moeten komen. Een kadaster bestond toen niet in Griekenland. Daar zijn ze deze jaren nog mee bezig.

Ook veel veldjes opgemeten en in kaart gebracht voor een soort ruilverkavelingsplan (doorgegaan??).

Maar het vliegveld is er gekomen, december 1971 landde het eerste kleine vliegtuigje.​​  ​​ ​​ ​​ ​​ ​​ ​​ ​​ ​​ ​​ ​​ ​​ ​​ ​​ ​​ ​​ ​​ ​​ ​​ ​​ ​​ ​​ ​​ ​​ ​​ ​​ ​​ ​​ ​​​​  

Midden jaren​​ ‘80 stapt mijn moeder uit het kleine vliegtuigje uit Athene. Na verlenging van de baan kon er voortaan rechtstreeks, met grotere vliegtuigen, ook vanuit Nederland gevlogen worden.

 

Paleopolis, een bar en moeilijk toegankelijk gebied. De fundatiesleuf in september 1965 voor een te bouwen keermuur ter bescherming van de door het zomerkamp Paleopolis gegraven waterput (foto Jean Bingen).

 

Een nieuw dak voor het klooster Myrtidia.

Het was Wereldraad van Kerken, dus de relatie met de plaatselijke bisschop en kerken was goed.

De bisschop dacht dat het team wel​​ een oplossing​​ wist voor het slechte dak van de kerk van het klooster. Het is een belangrijk klooster in die wereld. De icoon van de heilige wordt in augustus gedurende een paar weken over het hele eiland rondgedragen.

Ik heb een tekening gemaakt voor een nieuw dak (dakafwerking met pannen).

We hebben een aantal jaren geleden bij een bezoek gezien dat het dak er prima bij ligt.

 

 ​​​​  ​​ ​​ ​​ ​​ ​​ ​​ ​​ ​​ ​​ ​​ ​​ ​​ ​​ ​​ ​​ ​​ ​​ ​​​​ 

​​  ​​ 

 ​​ ​​ ​​ ​​ ​​ ​​ ​​ ​​ ​​ ​​ ​​ ​​ ​​ ​​ ​​​​  

 

 

 

In de oude kloostercellen kunnen gelovigen logeren en bij de heilige mediteren.​​ 

Geen gewone ‘bed and breakfast’!

 

 

 

  • Mylopotamos

Daar heb ik een flink deel van mijn praktijkjaar en ook daarna op Kythera doorgebracht.

 

1965      7 maanden praktijkjaar waarin het Seconu zomerwerkkamp

1966      2 Nederlandse kampen, waar Anneke ook bij was

1968      met de auto, huisje onder het Castro, werken even mee met zomerkamp Fratsia (en bezoeken Mylopotamos)

1970      met de auto, Anneke en baby Kalinka, kamperen Gythion, geen plaats op de veerboot naar Kythera (ha, het liedje ‘Kythera, potè den tha ta vroume, gaseme to plio’!)                     ​​ 

1977      met de auto, Anneke en de twee dochters, huisje in Kapsali​​ (en bezoeken​​ Mylopotamos)                        ​​ 

1986      vliegen, Anneke en Milan, huisje Kapsali van Charos (en bezoeken Mylopotamos met een motor)   ​​ 

2012      nostalgische tour, appartement in Chora (en bezoeken Mylopotamos)

 

 

 

In de eerste weken op kantoor bij Koksma heb ik wat berekeningen gemaakt voor de huishoudschool in Mylopotamos (betekent:​​ watermolen aan de rivier).

Dat was een school voor meisjes van het eiland en het aangrenzende vaste land, die na de “basisschool” een opleiding konden volgen waar ze in hun latere leven iets aan hadden. Verzorging van het huis en kinderen, koken, weven en naaien, verzorging zoals kapster. De huisvesting was heel primitief in 2 oude huizen.

 

Er was al een plan gemaakt voor een nieuw gebouw. Een eerste aanzet voor de bouw was ook het vorige jaar gedaan. Er was gegraven en er was begonnen met het maken van een waterreservoir. Waterleiding was bijna nergens​​ op het eiland​​ aanwezig, dus er werd in de regentijd water opgevangen om te kunnen gebruiken.

 

In het voorjaar waren er​​ enige​​ financiële middelen om wat arbeiders in te zetten. Ik ben een paar weken met werkeloze boerenjongens gaan bouwen. Elke ochtend werd ik afgezet in Mylopotamos en onderweg namen we een paar “werkwilligen” uit een ander dorp mee en brachten we ze aan het eind van de middag weer terug.

 

   ​​ ​​ ​​ ​​ ​​ ​​ ​​ ​​ ​​ ​​ ​​ ​​ ​​​​  ​​ ​​ ​​ ​​ ​​ ​​ ​​ ​​ ​​ ​​ ​​ ​​ ​​ ​​ ​​ ​​ ​​ ​​ ​​ ​​​​  ​​​​  

We hebben funderingsbalken gemaakt. Er was al een kleine bouwplaats ingericht door een vorig werkkamp.

  ​​ 

 

Aanvoer van water in oude vaten. De chauffeur is Nico Karydis, die ook de buschauffeur was.

In dit werkkamp​​ heb ik de kneepjes van het werken met goedwillende amateurs geleerd. En natuurlijk ook meer Grieks.

 

‘s Ochtends na het ontbijt kreeg ik van Dimitra een lunchpakket mee. Een lekker dik gebakken ei met dikke bammen. Tussen de middag hielden we pauze. Ik zat dan in het kafenion (de plaatselijke kroeg) mijn bammetje te eten met een limonadeglas plaatselijke wijn. Die gewoonte is er in Griekenland eigenlijk niet uit gegaan.

 

 ​​ ​​​​   ​​ ​​​​ 

 

Sfeerplaatje van een kafenion in die jaren.

In het kafenion, wat eigenlijk een ontmoetingsplek was, had ook de kapper een stoel. De kapper daar was ook schoenmaker en maakte en repareerde de mandjes van oude autobanden waar we zand en beton in vervoerden.

 

 

         

 

Een paar jaar geleden zag het er zo uit.     Hier met Nico, de chauffeur

      ​​ 

In de zomer zou er een internationaal werkkamp in Mylopotamos komen. De organisatie was in handen van een Zwitserse organisatie “Seconu”. Ik werd de technische leider. Had gelukkig al ervaring met de Griekse mastoras van de periptero en de boerenjongens in het voorjaar.

In die jaren werden overal in Europa dat soort kampen gehouden. Het was het begin van de organisatie “Vredescorps” die een aantal jaren ook in Nederland, onder meerdere namen, actief was.

 

In de loop van juni startte het kamp. De basis werd het oude gebouw van de huishoudschool. De Zwitsers gingen de keuken gebruiken en de slaapplaatsen waren in wat gebouwen (en tuinen) er omheen.

 

Twee keer in de week gingen we met de bus van Mylopotamos naar de haven om te kijken wie er kwam (en wie er weer ging). Scandinaviërs, Engelsen, Zwitsers en nog wat nationaliteiten. We hadden gemiddeld een ploeg van 20-30 man/vrouw.

 

En ook toen voldoende tijd voor ontspanning. Zwemmen in Platia Ammos en daarna een geroosterde geit eten.

 

​​ 

 

 ​​ ​​ ​​ ​​ ​​ ​​​​    ​​ ​​ ​​ ​​​​   ​​ ​​ ​​ ​​ ​​ ​​ ​​ ​​ ​​ ​​​​ 

Voor het kafenion in Mylopotamos geslacht, ​​​​  zo ging het vroeger  zo gaat het tegenwoordig   

 

    ​​    ​​ ​​ ​​ ​​ ​​​​  

Voor de start van het werkkamp had ik voorbereidend werk gedaan. Zoals​​ bij een timmerman het​​ laten maken van mallen voor betonplaten en​​ op kantoor het​​ uitdenken van bekisting voor hoge kolommen.

 

  

 

In de ochtend samen ontbijten op het pleintje, dan werken en een rustpauze, middageten en dan vrije tijd (wassen,​​ slapen,​​ samen naar een strand en zo).​​ 

 

Een simpele horecagelegenheid, de Neraïda (waternimf) in de​​ diep​​ uitgesleten loop van de beek van Mylopotamos.

 

 ​​ ​​ ​​ ​​ ​​ ​​​​ 

 

De school toen hij een paar jaar later klaar was.               En de marmeren herinneringsplaat (zoals bij de periptero).

 

Het kamp duurde tot midden augustus en daarna ging ik met m’n rugzak huiswaarts.

 

 ​​ ​​ ​​ ​​ ​​ ​​ ​​ ​​ ​​ ​​ ​​​​  

Een jaar later in 1966 ben ik nog een keer technisch leider geweest voor 2 Nederlandse kampen. Daarin was Anneke, mijn aanstaande verloofde deelneemster. Foto’s op bezoek in de oude school.

 

  • Weer naar Nederland in 1965

 

Het Zwitsers Seconu werkkamp viel uiteen.

Ik ging op m’n gemak terug. Transport in Griekenland ging hoofdzakelijk per bus.​​ Ik heb ook​​ grote delen kunnen​​ liften.

 

 

Met Italianen in Skopje terechtgekomen. Op de reis daar naartoe “pane con vino” genuttigd. Ik had een groot wit brood en zij rode wijn.

In Skopje geslapen in Hotel Splendid, bij het oude station. Daar kennis gemaakt met het simpele uitgaansleven in de Balkan. Een tuin (openlucht), orkestje, eten en drinken en iedereen tevreden.​​ 

Jammer genoeg zagen we dat in de jaren daarna veranderen. Mensen hadden geen geld, hingen over het hek te kijken.​​ Er werd niet meer verteerd en de lokaliteiten verdwenen

 

  • Herinneringen

 

 

In 2012 bezoeken we het graf van meneer en mevrouw Koksma op de begraafplaats bij de oude Byzantijnse kerk Agia Anastasia. Bij het gelijknamige dorpje boven de haven Agia Pelagia hadden de Koksma’s hun eigen huis gebouwd in de late zestiger jaren

1

 

 

 

17

Begin typing your search term above and press enter to search. Press ESC to cancel.