Jean Bingen
Fatsadika, januari 2021
Mijn herinneringen 55 jaar later over dit zomerkamp in zulke primitieve omstandigheden.
Ontwikkelingshulp had mijn volle interesse en ik had de Koksma’s laten weten dat ik wel bereid was hen op een of andere wijze te helpen. Dus vroegen zij mij om voor het Team de technische supervisie voor het zomerkamp Paleopolis op mij te nemen. Daarvoor moest ik wel 2 maanden eerder de militaire dienst kunnen verlaten. De Minister willigde mijn rekwest in, ik was toch als vaandrig in een zelfstandige pantsergeniecompagnie overcompleet, dus niemand zou mij missen.
Begin juli vertrok ik op mijn volgepakte motorscooter, een Lambretta, naar Griekenland. Via Duitsland naar Oostenrijk, vanuit Klagenfurt met een eerste klas treinticket naar Thessaloniki, dan naar Athene. Vanuit Piraeus met de veerboot naar Kythira. De hele reis zal zeker een week hebben geduurd. Eenmaal op Kythira kon ik direct door naar het braakliggende gemaaide korenveld in Paleopolis waar de zomerkampers over een aantal dagen zouden aankomen.
*Klik hier en lees het dagboek van Jean Bingen in 1962
Onderstaande tekst is wat ik jaren geleden in een artikel voor de Kythera Summer Edition schreef:
One week before they were to arrive, I already camped on the beach and with some local help I erected a shade near a fig tree next to a small well and had 2 wooden box toilets installed above holes dug in the dense weeds at the edge of the field, separating boys and girls. Neither drinking water nor electricity was available!
De afstand naar het teamhuis in Chora nam over de slechte en onverharde wegen te veel tijd en dus had ik mijn kleine tentje bij of onder een olijvenboompje opgezet, en ging ’s avonds in Avlemona (op 3 km) eten. Het was bijna volle maan, dus ik kon genoeg zien. De droge rivier mondde uit in een klein zoet-water-meertje, gescheiden door de strandbreedte van de zee.
Hier, zie foto boven, kon ik mij goed wassen, ook toen de werkkampers er eenmaal waren. Het was echter opvallend hoe weinigen hiervan gebruik maakten, ook niet om het zout na het in zee zwemmen af te spoelen. Midden in het veld stond een brede lage vijgenboom aan de voet waarvan een zoetwaterputje lag. Hieromheen heb ik een laagje natuurstenen gemetseld. Of wij ooit dat water als drinkwater of voor het laten afspoelen van de groente hebben gebruikt, herinner ik mij niet. Met wat hulp heb ik een keuken-overkapping tegen de zon gebouwd waaronder ook de banken en schragen een plek hadden. Er kon op gas gekookt worden middels een kooktoestel en een gasfles. Aan de rand van het veld werden op flinke onderlinge afstand tussen het riet twee diepe gaten gegraven waaroverheen twee houten poepdozen een plek kregen.
De werkkampers kwamen midden in de nacht met de veerboot uit Piraeus aan in Agia Pelagia. Daar het de bus instappen wel wat tijd vergde, reed ik vast met een van de jongens op mijn motorscooter vooruit. Ik bleef bij de 2e afslag naar Fratsia op de bus wachten, maar toen dat wachten te lang duurde, reed ik door naar Paleopolis. Daar was iedereen al bezig z’n spullen voor de eerste nacht, bij volle maan, uit te rollen, de buschauffeur had de eerste afslag, een kortere route, genomen!
Moe van de lange reis hebben deze dames hun slaapmat of luchtmatras neergelegd en zijn in hun slaapzak gekropen en slapen door het ochtendkrieken heen.
Veel olijfbomen stonden er niet bij het korenveld, een paar tenten van de jongens vonden er nog net een plek. De dames hebben hun tenten aan de struikenrand tegen het strand opgezet.
Waarom ik mijn tentje in het midden tussen de olijfbomen heb gezet, weet ik niet. Ik had toch de eerste keuze een paar dagen eerder.
Na het ontbijt, wie had daarvoor gezorgd(?), en een eerste kennismaking is de hele groep 1500 m de droge rivierbedding ingewandeld tot de plek in een bocht waar een grote en diepe put zou moeten worden gegraven. In deze bocht gaf een hoge rotswand schaduw bij de rustpauzes.
Foto boven: Koksma’s en Hans Peter Jann (de Zwitserse landbouwkundige, rechts) bezoeken het zomerkamp. Jean zit naast Koksma.
Maar zo’n wandeling op de eerste dag van 1500 m was te warm en te vermoeiend. De tractor met aanhanger van Panagiotis o Psilos verzorgde dus de volgende dagen voor de graafploeg een hotsend vervoer over de keien in de rivierbedding naar de plek waar de put gegraven moest worden.
Panagiotis was Teamlid en bediende de compressor om bij het graven in de harde ondergrond deze zo los te maken dat deze in de draagmanden kon worden geschept. Wanneer de ondergrond te hard was/werd, dan blies hij dat met dynamiet los. Iedereen bleef dan op zeer veilige afstand!
Eerst maar even uitrusten en wat eten onder de schaduwgevende hoge rotswand. Zo moe dat zelfs languit liggend op de keien je kunt uitrusten.
Hieronder het eerste begin, met kruiwagens en manden wordt de ontgraven grond, grof zand en veel keien, tot een eind buiten de ontgraving afgevoerd. Panagiotis had hier het toezicht voor het Team op het graafwerk.
.
Het met de kruiwagen afvoeren van ontgraven materiaal. Hier rechts wordt een kleine lading dynamiet tot ontploffing gebracht. Deze foto’s heb ik van bovenaf de rotswand genomen. Maar er was ook steeds een wisselende groep bezig betonnen irrigatiegootjes te prefabriceren. Dit was toch wel een specialistisch karweitje, vandaar dat ik hier de leiding had. Deze werkzaamheden gebeurden aan de kant van de rivierbedding, vlak bij de ingang tot het tentenkamp. Vooral de dames hadden een voorkeur hier te kunnen werken. Op een werkbank, zie hieronder wordt de wapeningskorf op strikte maat gevlochten: knippen, buigen en met binddraad vastzetten.
Het zeven van zand en grind uit de rivierbedding: eerst in de mand scheppen, dan voorzichtig op een geimproviseerde zeef laten vallen; zand valt er door, grind blijft liggen. Dit met cement (uit zak IRAKLIS) in een bepaalde verhouding droog mengen, dan met water betonspecie maken. Hiermee dan de kunstig gemaakte houten mallen, waarin de wapeningskorf precies past, met goed porren, in alle hoekjes en gaatjes vullen.
Al met al een tijdrovend en secuur werk, slechts een paar mallen waren beschikbaar en het verse beton moest toch ook een paar dagen uitharden voordat er ontkist kon worden. Geen wonder dat er slechts een paar gootjes gemaakt konden worden. Ondertussen ging het graafwerk ook gestaag door.
Hieronder nog meer foto’s van de jonge fotojournalist Chris-Paul Stapels die 4 weken op Kythira was om voor promotiedoeleinden foto’s te maken.
*Klik hier voor meer foto’s van Chris-Paul Stapels
De manden met ontgraven materiaal worden vanuit de diepte aan een katrol opgehesen.
Koksma, boven, komt de voortgang van de graafwerkzaamheden bekijken. Er is dan al een dieper gedeelte waar een hijsinstallatie nodig is om het ontgraven materiaal naar boven te brengen.
Met de hijsinrichting kunnen de gravers ook in de put afdalen.
Iedereen in hun goede kleding! Vermoedelijk was dit een excursie naar Chora, met een ontvangst en eten bij de Koksma’s en de volgende dag zwemmen in Kapsali. Er werd niet alleen hard gewerkt, maar in de weekenden werden er excursies naar interessante plaatsen of stranden op het eiland gemaakt. Het vervoer ging dan per tractor of met een bus.
Eén was er met overnachting in Panagia Orfani, achter Mylopotamos.
Wanneer de zomerkampers Kythira hebben verlaten, moet natuurlijk wel hun werk voor de komende winter en de toekomst worden veiliggesteld. Hiervoor is vanuit een bovenstroomse bocht een soort strekdam met gemetselde keien uit de rivierbedding bedacht. Deze zou bij overvloedige regen het naar zee stromende water om de put heen moeten geleiden. De put zou wel vol water kunnen stromen.
Werkmensen uit Fratsia graven een fundatiesleuf voor de strekdam. Metselen met rivierkeien is zwaar werk. Water moet in tonnen worden aangevoerd. Rechts (onder) is de houten hijsinrichting voor de uitgegraven grond nog net te zien.
Dan onverwachts vroeg in oktober een geweldig noodweer, een hoge waterstroom komt brullend zijn weg door de oude stroomgeul in de rivierbedding naar zee volgen. Dat was recht op de rotswand waar de zomerkampers schaduw vonden. De put liep door de geweldige kracht van het stromende water vol met zand en keien (foto van bovenaf genomen).
Door de kracht van het stromende water brak de strandwal door. Maar de zee herstelde al weer snel de oude situatie.
Toch werd de strekdam afgebouwd. Echter in november was er opnieuw een vreselijk noodweer met opnieuw desastreuze gevolgen.
Dit is februari 1966. De kop van de dam is in november volledig onderspoeld en gekanteld. Dit betekende het eind van het irrigatieproject Paleopolis.
In augustus 1967 laat ik mijn verloofde Ina zien wat er is overgebleven van de werkzaamheden van het 1965 zomerkamp Paleopolis. De strekdam is over een grote lengte nog intakt. Een iets te hoge kei in de rivierbedding maakte een deuk aan de onderkant van het carter van de R4!
In 2008 zijn wij hier nog eens wezen kijken. Van de muur was niets meer te zien. Alleen een kort stukje stak nog uit vanaf de oever aan de bovenstroomse zijde.
Jean Bingen
PS: klik hier en lees meer over de ontwikkelingen van de Werelraad van Kerken Team, World Council of Churches Team, op Kythira tot 1965. De zomerkampers waren belangrijke enthousiaste helpers.