Livadi 1966 eerste zomerkamp verslag Henk Vos (IN DUTCH)

 

*you can find amazing photos of Livadi and Kapsali below the Dutch text

 

Aanvulling van Jean Bingen:

In november 2014 krijgen Ina en ik contact met Bas de Groot, deelnemer aan het 1e zomerkamp van Livadi in 1966. Bas brengt ons in contact met René Vervoort die samen met fotograaf Henk Vos naar Kythira is geweest. Eind januari 2016 bezoekt Henk ons thuis in Maassluis. Hij belooft ons een reisbeschrijving te sturen van zijn kortstondige bezoek samen met René aan Kythira. Wanneer wij aan het eind van de avond over gezamenlijke kennissen uit Vlaardingen praten, vraagt Henk wat Ina’s familienaam is. Die is van de Water, waarop Henk vraagt “heb ik dan jouw zus Elly eind november 1966 in de late namiddag met heel slecht weer aangereden met mijn auto?” “Nee, dat was niet mijn zus, maar dat was ik”, antwoordt Ina, “ik heb toen 10 dagen in het ziekenhuis gelegen met een hersenschudding”. Hoe mensen elkaar toevallig na zo’n lange tijd in totaal andere omstandigheden weer kunnen ontmoeten! Ik heb genoten van Henk zijn reisbeschrijving. Andere Griekenland-liefhebbers zullen ook over voor hen herkenbare omstandigheden lezen.


 

**vanwege dit leuke reisverslag staan alle foto’s aan het einde van de tekst

De reisbeschrijving van René Vervoort en Henk Vos naar Kythira en hun kortstondig verblijf in het 1e zomerkamp van Vlaardingen in Livadi in juni 1966.

In de jaren 1964 t/m medio 1968 ben ik freelance fotojournalist in Vlaardingen en omstreken geweest. Ik leverde foto’s aan het Vrije Volk, de Rotterdammer, het Rotterdams Nieuwsblad, Groot Vlaardingen, de Tijd, Maasbode, de Havenloods en het Parool. Echter niet aan de Nieuwe Vlaardingsche Courant.

In die periode, april 1966, was er een evenement in het voormalige Weeshuis te Vlaardingen met betrekking tot het eiland Kythera, er zou een waterleidingsysteem aangelegd worden onder supervisie van de WCC (World Council of Churches, uit Genève). Van het eiland Kythera, had ik voordien nooit gehoord.

Het evenement werd door een vertegenwoordiger van de Griekse ambassade of het Griekse consulaat geopend door het opendraaien van een waterkraan.

Het project Kythera sprak mij zeer aan en ik had mij voorgenomen daarnaartoe te gaan om er foto’s te maken. Er was echter één essentieel probleem. Hoe kon ik daar komen? Ik heb met iemand gesproken die het een en ander te vertellen had over de organisatie van dat evenement. Ik kon wel mee, maar dan moest ik ook meehelpen met het werk. Dat was niet de bedoeling.

Het verhaal over Kythera heb ik verteld aan een kennis van mij, René Vervoort uit Schiedam, die ik regelmatig sprak in de bar-Bodega Puntjak in de Smalle Havenstraat. Hij werkte als monteur bij de Simca garage in Schiedam en beschikte over een auto, een Simca Ariane. René vertelde mij later dat het geen Ariane was maar een Arondo of zoiets.

Hij werd enthousiast en stelde voor om mee te gaan. Immers Griekenland was een fenomeen van een land en lag ver in het zuidoosten van Europa en vormde eigenlijk een apart deel van de westerse wereld.

Om daar te komen moest je door Duitsland, Oostenrijk en het communistische Joegoslavië, waarvoor een visum aangevraagd moest worden bij de ambassade. Dat jaar was de visumplicht versoepeld als je door Joegoslavië reed naar Griekenland, je had dan alleen maar een transitvisum nodig en benzinebonnen omdat de benzine in Joegoslavië verschrikkelijk duur was.

Het eerste Vlaardingse werkkamp werd in 1966 georganiseerd door een aantal hervormde en gereformeerde kerken. Dat was een jaar voordat op 21 april 1967 een drietal legerkolonels onder leiding van Papadopoulos een staatsgreep pleegden.

Tijdens onze trip door Griekenland was het politiek gezien een beetje onstabiel. Vrijwel elke avond werden er demonstraties gehouden vóór of tegen de politieke figuren van destijds, te weten Georgiou Papandreou en Stephanopoulou. Dat vond plaats in steden als Athene en Sparta.

Via de nieuwe van Brienenoordbrug bij Rotterdam zijn we door Duitsland gereden. Het werd steeds warmer en de motor van de Ariane kreeg problemen met de koeling. Zo ontstond er tussen ons al irritatie ter hoogte van München. In Joegoslavië was de spanning te snijden, omdat de koeling steeds slechter functioneerde. De thermostaat heeft René er het eerst uitgehaald, later heeft hij de voorzijde van de auto zelfs voor een belangrijk deel gesloopt. Het werd duidelijk dat de 2 vrienden niet zo lang meer vriend bleven als dat zo doorging.

Ter hoogte van Slavonski Brod stonden een tweetal meiden te liften. Het bleken 2 Engelse meisjes te zijn, die onderweg waren naar een klein plaatsje in Griekenland dat Ermioni heette, want daar woonde een vriend van hen die een nachtclub ging openen. Dat leek ons wel wat, dus kregen ze een lift van Slavonski Brod tot Piraeus.

We hebben o.a. in een restaurant, in het kort daarvoor door een aardbeving getroffen Skopje, gegeten. En zijn door gereden via Mostar met die fraaie boogbrug richting Gevgelia.

Na het passeren van de grens bij Gevgelia, konden we overnachten op de zolder van het Xenia hotel in Efzoni.

Deze week, januari 2016, heb ik het hotel in een zeer vervallen staat op de tv teruggezien en het wordt nu gebruikt als tijdelijk verblijf voor Syrische vluchtelingen voordat zij de grens Griekenland-Macedonia kunnen passeren.

De volgende dag zijn we, via de fraaie Griekse snelweg, langs het standbeeld gereden van de Spartaanse Leonidas gewapend met een speer, die in de richting van Thermopylae wijst. Helaas hadden we geen tijd te kijken, want we wilden zo snel mogelijk naar de ferryhaven van Piraeus. Daar kwamen we nogal laat aan en hebben wat gegeten in een visrestaurant. Slapen was een probleem want de hotels waren vol. Dat werd overnachten in de auto bij de jachthaven van Piraeus. Het slapen lukte niet. Telkens werden we weggejaagd door politieagenten.

De auto hebben we in een autostalling kunnen plaatsen en zijn toen met een veerboot met de 2 Engelse meisjes (Catherine en Elisabeth) via de havens Egina, Methana, Galatas en Hydra naar Ermioni gevaren.

Daar zijn we in een hotel van Spiro gedoken. We hebben er gegeten, gedronken en geslapen. Na drie dagen vroegen we om de rekening. Spiro begon te tellen en te tellen en vertelde dat het totaal 192 drachmen per persoon was. De koers van de Drachme was destijds ca 12,5 guldencenten dus het totaal voor ons zou 48 Nederlandse guldens zijn geweest. Dat leek ons erg weinig en vroegen aan Spiro het opnieuw te berekenen. Nee hoor, hij kwam weer op 192 drachmen. Welk bedrag we betaald hebben zal wel omstreeks 250 drachmen per persoon zijn geweest. Ook de opening van de nachtclub hebben we meegemaakt. De favoriete mix was de screwdriver (wodka met jus d’orange).

Met de ferry zijn we weer naar Piraeus teruggevaren.

De auto is uit de parkeergarage gehaald, tja we moesten ergens slapen, dus René vroeg aan een paar matrozen naar een hotel. Ja zij wisten er één, maar de kamer moest daar per uur gehuurd worden!

Kennelijk zag René er zeer teleurgesteld uit want een jongedame vroeg hem in het Nederlands of zij hem kon helpen. Het was Marian Hartman, een oud-klasgenote van mijn toenmalige vriendin, die nu mijn echtgenote is. Marian was na haar MMS-diploma uitreiking naar Athene getrokken, zij woonde in een klein huisje in de Plaka, de wijk aan de voet van de Akropolis. Haar buurman was een iconenschilder. Heel fraaie exemplaren schilderde hij met superkleine kwastjes en veel goudverf. Heel indrukwekkend. Stom van mij dat ik daar geen foto’s gemaakt heb.

Marian had er wel oren naar om met ons mee te gaan naar Kythera, dus “en route” richting kanaal van Korinthe, waar we bij een souvlaki-tentje, naast de brug, heerlijk gekruide souvlaki ’s gegeten hebben.

Verder ging de reis via Tripoli naar Sparta en later richting Monemvasia. Halverwege deze weg moesten we een onverharde weg in slaan, richting Neapolis. Die weg lag bezaaid met keien en zat vol gaten. René vond het wel vreemd dat de benzinemeter op minder dan halfvol stond terwijl we in Sparta, 40 – 50 km terug, de tank nog vol getankt hadden.

In het licht van een zaklantaarn zag René dat er een gaatje in de benzinetank geslagen was. We moesten nog een 20 kilometer rijden tot Neapolis, een heel klein dorpje op de zuidpunt van de westelijke vinger van de Peloponnesos.

We kwamen bij de “strandboulevard” en de motor hield er mee op omdat de benzine op was. De volgende dag konden we net iets boven de horizon het silhouet van de bergen van het eiland Kythera zien, boven de grens van de waterdamplaag.

Het was al laat toen we aankwamen, we pakten de slaapzakken en gingen op een strandje liggen. Ik kon niet slapen door het geruis van de golven en heb mij verplaatst naar een plek onder een afdak. ’s Morgens werd ik wakker met rondom mij tafeltjes en stoeltjes met mannen daarop. Velen groetten mij met een “kali-mera”.

We begrepen dat een kaïki, een houten vissersbootje met een puffende dieselmotor, dagelijks met diverse goederen naar Kythera voer. Na een gesprek met de schipper of de eigenaar, kregen we toestemming om met ons drieën mee te varen.

Het staat mij niet meer bij hoe we van de noordzijde van het eiland naar de woning van de heer Koksma zijn gekomen. Wel heeft hij mij diverse keren meegenomen om bepaalde projecten van hem te laten zien. Bij de heer en mevrouw Koksma zijn we maar een paar dagen gebleven. Na het lossen in de haven van Kapsali van de pvc pijpen op een vrachtauto, zijn René en ik weer teruggegaan naar de aankomstplaats van de kaïki aan de noordzijde en zijn we met hetzelfde met een puffende dieselmotor uitgeruste bootje teruggevaren naar Neapolis.

Marian Hartman voer met de pijpen brengende vrachtboot “Nikolaos” weer terug naar Piraeus.

René had de tankdop losgemaakt, zodat de benzinedampen konden ontsnappen. De volgende puzzel was hoe krijgen we de tank weer dicht, lassen of dichtlijmen? We vonden de oplossing, namelijk het lek dichten met loukoumi! Wonder boven wonder lekte de tank na het vullen niet meer.

Het was nu overdag en we konden dus de keien en gaten in de niet verharde weg mooi omzeilen. De geasfalteerde weg naar Sparta, komend vanuit Gythion, werd zonder verdere narigheid bereikt.

Vanuit Sparta moesten we een stijgende weg op in de richting van Tripoli. Helaas voor René kwam er met grote snelheid een vol-beladen fietsende Griek naar beneden suizen, die de bocht afsneed en volop tegen de auto botste, waarbij hij gewond raakte. De politie kwam erbij, het paspoort van René werd ingenomen en wij moesten ter beschikking blijven.

Dat gaf ons de gelegenheid om Sparta te bekijken, met name het museum en de restanten van Mistras.

In de omgeving van Sparta liggen de restanten van de Byzantijnse plaats Mistras tegen de bergen geplakt. Tijdens de bloeitijd van Mistras woonden er 42.000 inwoners, tegenwoordig waarschijnlijk nog maar 10% daarvan.

Vanuit de hotelkamer had ik een goed zicht op de demonstratie tegen Papandreou en vóór de opposant Stephanopoulis, dit werd mij door een inwoner van Sparta verteld.

Na een paar dagen kwam René vóór bij een rechtbank. De politieagent vertaalde het vonnis en we begrepen dat René vrijgesproken was. De aanrijdende partij was boos en slingerde René enkele onbegrijpelijke kreten in het Grieks in het gezicht.

Via Tripoli reden we naar Argos, Epidauros en Ermioni. René kon zijn vriendin Catherine weer begroeten.

Spiro hoorden we weer zijn zoontje Kosta roepen en Kosta reageerde steevast met de kreet “ergomiè” en liet zijn oudere zusje Kiki het werk doen.

Killy, de eigenaar van de nachtclub, had een broer “Kosta”, bekend als “the English teacher” en een zusje “Irini”, die mij met handen en voeten een beetje Nieuwgrieks leerde zoals o.a. tellen.

Een aantal jaren later kwam ik met mijn echtgenote en kinderen terug in Ermioni met mijn “VW bully” en werd ik hartelijk door Irini begroet met “Genk, o photographos mou”.

De oude Spiro was inmiddels overleden en kleine Kosta had het hotelbedrijf van zijn vader voortgezet.

Vanuit Ermioni zijn we met de auto via Epidauros en de brug over het kanaal van Korinthe naar Athene gereden en verder naar Efzoni, geheel Joegoslavië door, in Oostenrijk begon het te regenen.

Door de nattigheid loste de loukoumi op en begon de tank weer te lekken. Met behulp van opnieuw loukoumi en kauwgom daaroverheen, is de tank weer dichtgemaakt. Zo hebben we weer kunnen terugkeren in Vlaardingen.

René heeft kort daarna zijn auto, of wat ervan over was, naar de sloop gebracht.

Henk Vos, januari 2016.

Klik op de foto voor een vergroting. Alle foto’s zijn gemaakt door Henk Vos

 

** Click on a photo to enlarge. All photos are made by summer camper Henk Vos

 

 

 

 

Begin typing your search term above and press enter to search. Press ESC to cancel.